Hoe werkt een zonnepaneel?

Een zonnepaneel bestaat uit cellen die (zon)licht omzetten in elektriciteit. Om de elektriciteit te kunnen gebruiken in huis zet een omvormer de opgewekte gelijkstroom om in wisselstroom. Je kunt de opgewekte elektriciteit direct gebruiken.

Welke panelen?

Het meest voorkomende zonnepaneel wordt gemaakt van silicium en worden kristallijn zonnepanelen genoemd. Er zijn monokristallijn panelen (egaal blauw of zwart) en polykristallijn panelen (blauw met vlokken in de zonnecellen). Daarnaast zijn er flexibele zonnepanelen, ook wel amorfe of dunne-filmzonnepanelen. Deze zijn heel buigzaam en goedkoper, maar hebben een lager rendement.

Bij glas-glas zonnepanelen (meestal gekozen vanwege het uiterlijk) zijn de zonnecellen zowel aan de achter- als voorkant van glas. Deze panelen hebben een lange levensduur; glas is stevig en laat minder vocht en vuil door.


Wat leveren zonnepanelen op?

Een zonnepaneel dat ideaal ‘georiënteerd’ is, levert tussen de 90 en 95 kilowattuur (kWh) per 100 wattpiek (Wp) per jaar op. De zonnepanelen zijn dan gericht op het zuiden in een hellingshoek tussen de 30 en de 40 graden, schaduwvrij en de omvormer is van goede kwaliteit.

Het rendement van zonnepanelen is afhankelijk van verschillende factoren, zoals:

  • het vermogen van de zonnepanelen
  • de ligging van de zonnepanelen ten opzichte van de zon
  • de hellingshoek van de panelen
  • eventuele schaduwvorming op de panelen door bijvoorbeeld bomen of een schoorsteen
  • de kwaliteit van de panelen en de omvormer
  • de hoeveelheid en intensiteit van zonlicht per jaar